Trainingschema's

 

Geen enkele wielrenner slaagt er vandaag nog in om een heel seizoen op topniveau te rijden. Het prestatieniveau dat nodig is om een rol van betekenis te spelen in de finale van een wedstrijd is daarvoor te hoog niveau geworden. Niemand kan dit een heel seizoen aanhouden.
Er bestaan allerlei verklaringen voor dit fenomeen. Eén van de meest plausibele is dat een gedegen trainingsplanning en periodisering vaak het verschil tussen wel of net géén podiumplaats uitmaakt. Effectief en optimaal trainen doet men pas als men volgens een vastomlijnd totaalconcept van trainingen en wedstrijden werkt, met andere woorden een goed trainingsplan opmaakt.


Training wordt in één van de vele bestaande definities beschreven als het systematisch herhalen van inspanningen met als doel de prestatie te verbeteren. Belangrijk daarbij is of men traint volgens een bepaalde systematiek om met een uitgestippeld plan een vooraf bepaald doel te bereiken. Deze werkwijze lijkt vanzelfsprekend, maar ze is het niet. De praktijk wijst immers uit dat veel renners vaak ongestructureerd trainen of trainingsschema’s van collega’s overnemen zonder daarbij enig specifiek doel voor ogen te hebben. Elke week een wedstrijd rijden en daarin goed proberen presteren, is misschien een doel maar dan wel één dat zéér algemeen is. Onder ‘goed presteren’ kan immers van alles begrepen worden. Voor een amateur kan dit betekenen dat hij op een toertocht (cyclosportieve) een zilveren medaille behaalt. Voor een professionele wielrenner betekent dit waarschijnlijk het winnen van een belangrijke wedstrijd.

Doelen
Het spreekt voor zich dat men steeds haalbare doelstellingen moet stellen. Een renner die slechts twee keer per week traint, kan moeilijk verwachten dat hij een wedstrijd wint van een gelijkwaardig renner die dubbel zoveel traint.
Het bepalen van een doel wordt door vele factoren beïnvloed, zoals o.a. de beschikbare tijd, omgeving van de renner, verplichtingen van de sponsor, het klimaat, het aantal jaren training, enz.

Men doet er ook goed aan om zowel op korte termijn (van enkele maanden tot 1 jaar) als op langere termijn (tot 4 jaar) doelen te stellen, die evenwel in de loop van de tijd nog steeds bijgesteld kunnen worden. Dit is vooral belangrijk voor jonge wielrenners en hun begeleider( s). Pas beginnende wielrenners moeten leren ‘de kat uit de boom te kijken’. Al te vaak blijken de verwachtingen van de ‘entourage’ bij nieuwelingen en junioren (veel te) hoog te zijn, wat dan na verloop van tijd leidt tot spanningen, wrevel, onvrede of zelfs stopzetten van de wielersport. Maar ook oudere en meer ervaren renners hebben baat bij een goed omschreven en specifieke doelstellingen op lange termijn.

Eenmaal men weet wat men wanneer wil bereiken, kan met de opmaak van een trainingsplan gestart worden. Hierbij moet het duidelijk zijn dat de uiteindelijk prestatie niet alleen beïnvloed wordt door een goede fysieke voorbereiding, maar ook door psychologische, technische (fietspositie, materiaal), tactische en voedingsaspecten. In deze bijdrage wordt voornamelijk de fysieke voorbereiding toegelicht.

Indeling van het seizoen
Een trainingsjaar wordt ingedeeld in verschillende periodes waarin telkens anders getraind moet worden. Afhankelijk van de gekozen discipline, verkrijgt men een heel anders gestructureerde seizoensindeling. De training van bv. een veldrijder (seizoen van oktober tot januari) ziet er natuurlijk anders uit dan deze van bv. een wegrenner (seizoen maartseptember).

Macrocyclus
Het trainingsverloop over 1 jaar wordt een macrocyclus genoemd. Een ideale macrocyclus voor duursporten (waar wielrennen onder valt) omvat 5 opeenvolgende fasen :
1. basis : de fase waar het fundament van de uithouding door middel van laag intensieve trainingen gelegd wordt;
2. intensiteit : de fase waar de nadruk op intensievere trainingen ligt;
3. piek : de fase waar de conditie naar een top groeit;
4. competitie : de fase waarin aan wedstrijden deelgenomen wordt;
5. herstel : de fase die broodnodig is na een slopende wedstrijdfase.